******
Hilversum, H.Hartkerk
Homepage       Orgels in Gebruik        Verdwenen Orgels / Kerken
Het Cavaillé-Coll-Mutin Orgel

Het Mutin-orgel in de H.Hartkerk (foto: Ed van Aken, 2002)


Het instrument werd in 1910 als salonorgel gebouwd door Charles Mutin (1861-1930), die in 1898 het bedrijf van Aristide Cavaillé-Coll (1811-1899) had overgenomen.

Begin 1940 wordt het aangekocht door de toenmalige pastoor van de Hilversumse Sint-Josephparochie. Dit werd mede mogelijk door de bemiddeling van Marius Monnikendam. Het instrument was in Frankrijk in privé-bezit.
De plaatsing van het instrument werd uitgevoerd door Joseph Adema. Bij deze gelegenheid maakte men een nieuw plafond voor de orgelkast, aangezien het instrument oorspronkelijk werd afgesloten door het plafond van de ruimte waarin het stond. Omdat men het orgel in verhouding tot de kerk te klein vond voegde Adema een pneumatische kegellade toe met daarop een Fourniture IV-V. Ook plaatste men een (gebruikte) windmachine, waardoor een van de beide magazijnbalgen kwam te vervallen.

In 1943 voegde de firma Adema-Schreurs nog een Cymbale IV-V toe, eveneens op een pneumatische kegellade.
In de daarop volgende jaren vonden slechts beperkte herstellingen plaats.

Nadat in1994 de beslissing viel om de Sint-Josephkerk aan de eredienst te onttrekken stelde de daarna in het leven geroepen inventarisatiecommissie voor om het instrument als koororgel in de Heilig Hartkerk te plaatsen. 
Bij de in 2000 uitgevoerde overplaatsing bleek wegens opgelopen schade een algehele restauratie noodzakelijk te zijn. De werkzaamheden werden uitgevoerd door de firma Adema-Schreurs, waarbij Ton van Eck namens de KKOR als adviseur optrad. 
De orgelkast kreeg, in verband met de huidige opstelling, een nieuwe achterwand; het in 1940 aangebrachte plafond bleef gehandhaafd. Windladen en klaviatuur (inclusief de speeltafelmechaniek) werden geheel gerestaureerd; windvoorziening, pijpwerk en de overige mechanieken zijn (waar nodig) hersteld. De later toegevoegde registers werden weer verwijderd. Het gehele orgel is een zwelkast geplaatst; de frontpijpen zijn dan ook niet sprekend. De vrijstaande speeltafel bevindt zich midden voor het instrument, waarbij de organist met zijn rug naar het orgel zit. De registertrekkers zijn in terrassen aan weerszijden van de klavieren aangebracht. De registerknoppen zijn van palissander, voorzien van porseleinen plaatjes met zwarte opschriften. Het pedaal is volledig als transmissie uitgevoerd.
Het orgel vanaf de zijkant gezien. (Foto: Ed van Aken)
Dispositie
I Grand Orgue
Bourdon         16' 
Montre           8' 
Bourdon          8' 
Flûte harmonique 8' 
Salicional       8' 
Prestant         4'
II Récit expr.
Cor de nuit          8' 
Viole de Gambe       8' 
Voix Céleste         8' 
Flûte octaviante     4' 
Octavin              2' 
Quinte           2 2/3' 
Tierce           1 3/5' 
Basson              16' 
Trompette harmonique 8' 
Basson-Hautbois      8' 
Voix Humaine         8'
Pedaal 
Soubasse   16' (tr. Bourdon 16) 
Flûte       8' (tr. Flûte Harmonique 8) 
Basse Douce 8' (tr. Bourdon 8) 
Trombone   16' (tr. Basson 16) 
Tuba        8' (tr. Trompette harmonique 8) 
Treden 
Tirasse Grand Orgue 
Tirasse Récit 
Récit unisson (manuaalkoppel) 
Récit Octave grave (suboctaafkoppel II-I) 
Anches (trede voor de cursief gedrukte stemmen) 
Montre (trede voor de Montre) 
Trémolo. 
Balanstrede voor bediening van de zwelkast 
Manuaal     : C - g'''
Pedaal      : C - f'

Winddruk    : 103 mm wk. 
Toonhoogte  : a1=438 bij 18 °C. 
Temperatuur : evenredig zwevend.


De vrijstaande speeltafel  (foto: Ed van Aken, 2002 )


De bij de plaatsing nieuw aangebrachte achterwand.  (Foto: Ed van Aken, 2002)


 
Dit koororgel wordt gebruikt in afwisseling met het reeds aanwezige Adema-orgel.


laatste bewerking: 12-08-2002
bronnen:
- programmaboekje van de ingebruikneming alsmede informatie van Ton van Eck
- eigen waarnemingen 2001 en 2002